Bebossen landbouwgronden

Laatst bewerkt op: 04-04-2022

Wat houdt het in

We hebben momenteel 370.000 hectare bos in Nederland. In de Bossenstrategie staat de ambitie om het Nederlandse bosareaal in 2030 met 10% te laten toenemen naar 407.000 hectare. Dat is nodig voor de biodiversiteit en het vastleggen van koolstof, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. Het streven is om 19.000 hectare buiten het Natuurnetwerk Nederland te realiseren. Dit betekent dat landbouwgronden bebost gaan worden.

Er wordt vaak gesproken over “uitbreiding met bos en bomen”, omdat functiecombinaties op landbouwgronden kansrijk zijn. Denk hierbij aan agroforestry en de aanleg van landschapselementen. Maar bij het bebossen van landbouwgronden komt meer kijken dan bij agroforestry en de aanleg van landschapselementen, omdat bij het bebossen van landbouwgronden een functieverandering optreedt van gras- of bouwland naar bos die gepaard gaat met een waardedaling van de grond. Ben je van plan om te gaan aanplanten? Overweeg dan eens om je project in te dienen als voorbeeldproject bij Agroforestry Netwerk Nederland

Er liggen kansen voor het bebossen van landbouwgronden in overgangszones rondom natuurgebieden en rondom steden en dorpen.

Bij het aanplanten van bossen op landbouwgrond kan uitgegaan worden van ongeveer 4.000 stuks bosplantsoen per hectare. Voor meer informatie over de boomsoortenkeuze kan de gelijknamige maatregel geraadpleegd worden en in aanvulling daarop de boomsoortentabel op de Gereedschapskist. In plaats van planten kan er in verschillende situaties ook gebruik worden gemaakt van spontane bosontwikkeling, mits er geschikte zaadbronnen in de omgeving aanwezig zijn. Dan vallen de kosten ook lager uit.

Bijdrage aan klimaatmitigatie

De bijdrage aan klimaatmitigatie zit in deze maatregel niet alleen in het vastleggen van CO2 in bomen in het nieuw aangelegde bos, maar ook in de vermeden emissie doordat de grond niet meer wordt gebruikt als landbouwgrond. Denk daarbij aan het vermeden gebruik van landbouwmachines en de mogelijkheid om de grondwaterstand te verhogen.

Daarbij is het wel van belang dat de juiste bomen op de juiste plek worden geplant. Op veengronden moeten geen soorten worden aangeplant waarvoor ontwatering noodzakelijk is, met grote gevolgen voor CO2 uitstoot door de oxidatie van het veen.

Een hectare nieuw bos legt in de eerste 10 jaar na aanleg gemiddeld 4,6 ton CO2 per jaar vast en daarna 9,1 ton CO2 per jaar.

Bijdrage aan klimaatadaptatie

Door de diepe beworteling zullen bossen bij droogte over het algemeen minder water nodig hebben dan gewassen of weiland en zijn dus beter bestand tegen droogte. Bossen worden niet beregend en leggen daarmee een lager beslag op de grondwatervoorraad die daarmee beschikbaar is voor andere doeleinden. Bij extreme hitte leveren bossen schaduw en koelen de lucht; dit is zeker een groot voordeel bij bossen in de nabijheid van steden en dorpen. Bij extreme neerslag zorgen bossen ervoor dat regenwater beter infiltreert.

Kosten en baten

De kosten voor de aanleg van nieuw bos kunnen sterk variëren, afhankelijk van of de grond al in eigendom is en of er extra maatregelen nodig zijn. Een indicatie van de kosten voor de afwaardering van landbouwgrond is € 52.200 per hectare. De kosten voor de aanplant variëren van € 7.600 tot € 22.100 per hectare.

Waarbij de duurste variant uitgaat van bosplantsoen (gemengd loof) met additionele maatregelen als bemesting en een raster ter bescherming tegen wildvraat. De goedkoopste variant gaat uit van het goedkoopste plantsoen en gaat ervan uit dat additionele maatregelen niet nodig zijn.

Overige effecten

Wanneer landbouwgronden van vee- of pluimveehouders in de overgangszones rondom Natura 2000-gebieden worden bebost, dan vermindert dat de stikstoflast op het desbetreffende Natura 2000-gebied. Dit komt doordat de vee- of pluimveehouderij stopt en de stikstofemissies ter plaatse naar nul gaan; en doordat de bossen de stikstofemissies van elders invangen zodat deze niet in het Natura 2000-gebied terecht komen.

Daarnaast bieden bossen nog andere ecosysteemdiensten zoals de mogelijkheid om te recreëren, uitbreiding van de biodiversiteit, houtopbrengst en fijnstofafvang.

Aandachtspunten en risico’s

Voordat wordt overgegaan tot aanleg van bos op landbouwgrond is het van belang om te controleren of het past binnen het bestemmingsplan. Gemeenten willen soms de openheid van het landschap bewaren of er kan sprake zijn van archeologische waarden. Dan kan het zijn dat aanplant niet is toegestaan.

Waarschijnlijk zult u een bestemmingsplanwijziging moeten aanvragen. Het perceel verandert van een agrarische bestemming in natuur. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) biedt de gemeente de mogelijkheid om via een uitgebreide procedure omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan.

Voor een bestemmingsplanwijziging worden door de gemeente legeskosten in rekening gebracht. Die kosten variëren van € 4.000 tot € 15.000. Maar er ligt wel een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt gesteld dat het vaststellen van een bestemmingsplan behoord tot de publieke taakuitoefening van de gemeente en dus zouden er geen legeskosten geheven mogen worden.

Zodra het aantal bomen op 1 hectare landbouwgrond boven de 50 uitkomt, dan wordt het door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gezien als bos in plaats van landbouwgrond. De terreineigenaar komt dan voor dit areaal niet meer in aanmerking voor landbouwsubsidies en ook de mestplaatsingsruimte vervalt. Er treedt een functieverandering op met een afwaardering van de grond. Dit kan grote bedrijfseconomische gevolgen hebben voor de eigenaar. Het maximum van 50 bomen geldt niet voor bomen die geregeld oogst leveren.

Wanneer het perceel als bos wordt gezien, valt het onder hoofdstuk 4 Houtopstanden van de Wet natuurbescherming. Volgens de wet is een houtopstand een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend, die een oppervlakte grond beslaat van tien are of meer, of bestaat uit een rijbeplanting die meer dan twintig bomen omvat, gerekend over het totaal aantal rijen. Er zijn ook een aantal uitzonderingen, zoals erven, tuinen, fruitbomen, windschermen, kerstbomen, kweekgoed, wegbeplantingen en biomassaplantages van populieren of wilgen.

Als het perceel valt onder hoofdstuk 4 Houtopstanden, dan geldt dat een kapmelding moet worden ingediend bij de provincie en een herplantplicht wanneer de opstand in zijn geheel of gedeeltelijk geveld wordt. Er mag wel gedund worden zonder kapmelding. Dunnen is vellen dat geschiedt als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand. Het is bij sommige provincies ook mogelijk een ontheffing van de herplantplicht aan te vragen, zodat voor 40 jaar tijdelijk bos aangelegd kan worden zonder dat de landbouwgrond zijn status verliest.

Meer lezen

WENR (2024). Aanlegmethoden nieuw bos

College van Rijksadviseurs (2020). Landschap versterken met bomen en bos.

Probos (2020). Factsheets kostenindicatie aanleg nieuw bos en landschapselementen

CLM & Probos (2022). Bomen in de melkveehouderij