Agroforestry

Agroforestry (“boslandbouw”) is een vorm van landgebruik waarbij bosbouw en landbouw worden gecombineerd door bomenteelt te introduceren in het landbouwsysteem, met als doel om een positieve wisselwerking te genereren tussen beide teeltsystemen. In agroforestry-systemen kan de gecombineerde opbrengst van bomen en gewassen hoger uitvallen dan de som van de afzonderlijke ‘teelten’. In het kader van klimaatslim bos- en natuurbeheer is agroforestry een geschikte manier om ook in het landbouwgebied meer bomen aan te planten en zo meer koolstof op te slaan en (langdurig) vast te leggen.

Agroforestry-systemen kennen door de aanwezigheid van bomen en struiken vaak een hogere functionele agrobiodiversiteit; er zijn meer voor de landbouw nuttige soorten aanwezig zoals bestuivende insecten of predatoren die helpen bij bestrijding van plagen. Ook zorgt combineren van bosbouw en landbouw voor risicospreiding door diversificatie van inkomsten; er worden meer verschillende producten op het perceel geproduceerd.

Agroforestry kan op verschillende manieren worden toegepast. Bomenteelt in het landbouwsysteem kan zowel worden gecombineerd met landbouwgewassen als met veeteelt. Met het combineren van bomen en struiken met akkerbouwgewassen of veehouderij leidt de combinatie tot een positieve wisselwerking doordat bomen zorgen voor een betere nutriënten- en waterbeschikbaarheid voor gewassen en bescherming bieden aan gewassen en vee tegen extreme weersomstandigheden. Daarnaast vormen voedselbossen een aparte categorie binnen het agroforestry-palet. Er zijn dus drie categoriën binnen agroforestry:

  • in combinatie met akkerbouw 
  • in combinatie met veeteelt
  • voedselbos

Het combineren van verschillende functies biedt perspectief voor het vergroten van het rendement van de grond, maar geeft natuurlijk ook veel uitdagingen in het dagelijks beheer in bijvoorbeeld berijdbaarheid van het perceel en effecten van de bomen op de productie van het landbouwgewas.