In combinatie met akkerbouw

Bij de combinatie bomen met akkerbouw wordt (kwaliteits-)hout gecombineerd met akkerbouwgewassen. Met een rijafstand van 10 tot 60 meter worden bomenrijen geplant, waartussen in stroken de akkergewassen groeien. De plantafstand van de bomenrijen is mede afhankelijk van het type machines dat nodig is voor de oogst van de akkergewassen.

Microklimaat

De bomen fungeren als een soort windsingel en zorgen voor een stabieler microklimaat voor de akkergewassen. Ze reduceren de windsnelheid waardoor de verdamping van de gewassen vermindert. Hierdoor kan het gewas meer zuurstof opnemen en beter groeien.

Stimulans voor bodemvruchtbaarheid en waterbeschikbaarheid

Bomen dragen bij aan een hogere bodemvruchtbaarheid doordat de boomwortels nutriënten van grotere diepten naar boven pompen en via bladval beschikbaar maken voor akkerbouwgewassen. Hierdoor is minder kunstmatige bemesting nodig. Bovendien verhogen bomen de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem. De aanwezigheid van boomwortels gaat erosie tegen en kan de uitspoeling van nutriënten verminderen.

Boomsoorten en producten

Boomsoorten die zich goed lenen voor agroforestry in combinatie met akkerbouwgewassen zijn walnoot, kers, lijsterbes en esdoorn. De stammen van deze soorten kunnen, bij goed beheer, op termijn als meubel- of fineerhout worden verkocht. Walnoot en kers leveren daarbij in de tussentijd ook nog vruchten als extra product.

Snelgroeiende boomsoorten als els en populier lenen zich ook goed voor houtproductie in combinatie met akkerbouwgewassen. Bij dergelijke systemen vormen de bomenrijen een vrij dichte structuur, dus is het belangrijk om lichtconcurrentie tussen de bomen en gewassen zoveel mogelijk te beperken. Door de bomenrijen in noord-zuidrichting te planten wordt de schaduw beperkt. Ook kan de overlap in groeiseizoen zoveel mogelijk worden beperkt door bijvoorbeeld wintergranen te combineren met rassen van boomsoorten die pas laat in het voorjaaruitlopen.