Omvorming: essenopstanden

Laatst bewerkt op: 03-11-2020

Wat houdt het in

In Nederland zijn duizenden hectares bos aangetast door de essentaksterfte. Deze opstanden zullen geleidelijk aftakelen en op termijn zal spontane verjonging plaatsvinden. De verjonging kan afhankelijk van de locatie wel gehinderd worden door bijvoorbeeld kruidlaag van brandnetel en andere ruigte kruiden en eventueel ook wilddruk. Door actief te verjongen kan de periode van verjonging verkort worden, wat gunstig is voor de CO2-vastlegging. Doordat de staande voorraad zich sneller kan ontwikkelen na deze maatregel, wordt er meer CO2 in hout vastgelegd.

Bovendien biedt dit de mogelijkheid om actief te sturen op de soortensamenstelling. Door populier of duurzaam loofhout zoals esdoorn, beuk, walnoot, kastanje of zoete kers te planten, valt er ook winst te behalen wat betreft klimaatadaptatie.

Bijdrage aan klimaatmitigatie

De CO2-winst bij het omvormen van aangetaste essenopstanden hangt af van de initiële situatie en de aanplant. Stichting Probos en Face the Future onderzochten in opdracht van Staatsbosbeheer vier scenario’s voor de omvorming van aangetaste opstanden. Bij het eerste scenario wordt niet ingegrepen en kan de opstand zich autonoom ontwikkelen. Bij het tweede scenario wordt populier op 95% van het oppervlakte geplant in 4 x 4 m plantverband. Na 20 jaar volgt een eindkap waarna duurzaam loofhout wordt geplant. Bij het derde scenario wordt 95% van het oppervlakte met esdoorn, beuk en zoete kers onderplant en bij het vierde scenario wordt 95% met zomereik, linde, els en haagbeuk onderplant. Bij alle scenario’s geldt dat de resterende 5% van het oppervlakte gevuld is met de overgebleven essen. Onderstaande tabel toont de additionele CO2-vastlegging in staand bos voor de scenario’s.

De tabel toont de ‘CO2-winst’ voor de verschillende scenario’s ten opzichte van autonome ontwikkeling: de ontwikkeling zonder dat er wordt ingegrepen.

 

Bijdrage aan klimaatadaptatie

De essentaksterfte heeft de kwetsbaarheid van monocultures onderstreept. Aanplant van diverse soorten duurzaam loofhout bij omvorming van de aangetaste essenvakken verhoogt de diversiteit van het bosecosysteem en verhoogt daarmee de weerstand van het bos. Bij uitval van een bepaalde soort kunnen andere soorten nu hun rol overnemen. Daardoor herstelt het functioneren van het bos zich sneller dan dat bij aantasting van een monocultuur het geval zou zijn.

Kosten en baten

De hoogte van de kosten voor de omvorming hangt af van de boomsoortenkeuze voor de aan te planten verjonging en de plantdichtheid. Onderstaande tabel toont een indicatie van de kosten voor de vier bovengenoemde scenario’s (ook terug te vinden in het rapport van het onderzoek), waarin twee kostenposten worden onderscheiden: omvormingskosten in jaar 1 van de omvorming en de eventuele herplantkosten van herplant met duurzaam loofhout na kap van populieren in jaar 20 of 30.

Overige effecten

De natuurwaarde van het bos (hier gedefinieerd als de bosstructuur, het aandeel mengboomsoorten en het aandeel dikkere bomen) wordt sterk beïnvloed door de keuze voor wel of niet actief verjongen en door de soortensamenstelling van de verjonging. Bij autonome ontwikkeling zal er op termijn dood hout beschikbaar komen en zal er veel variatie in de structuur optreden, wat gunstig is voor de natuurwaarden van het bos. De samenstelling van de verjonging bij autonome ontwikkeling is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van zaadbronnen in de omgeving en de concurrentieverhoudingen, maar in principe is wel een gemengde situatie te verwachten. Bij aanplant van een enkele soort neemt de natuurwaarde relatief minder toe t.o.v. de andere scenario’s, waarbij meerdere soorten worden aangeplant.