Compensatiepools

Laatst bewerkt op: 01-03-2022

Wat houdt het in

Wanneer een project of activiteit leidt tot verlies van natuur binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) of aan bos buiten het NNN, dan moet dit verlies gecompenseerd worden. Voor het NNN en Natura 2000-gebieden geldt het ‘nee, tenzij’-principe. De kenmerken en waarden van deze natuurgebieden mogen niet worden aangetast, tenzij er een groot openbaar belang is én er geen alternatieven voorhanden zijn. Bovendien mag niet worden ingegrepen in het NNN tenzij uitgesloten is dat het NNN een negatief effect ondervindt door de ingreep. Wanneer hieraan wordt voldaan, geldt de regel dat schade beperkt moet worden en vervolgens gecompenseerd. De compensatie mag geen nettoverlies aan oppervlakte, samenhang en kwaliteit van natuur opleveren.

Een mogelijkheid voor compensatie is door vrijwillig gebruik te maken van een compensatiepool (ook wel compensatiebank genoemd). Een compensatiepool is een gebied dat vooraf aangekocht, voorbereid of ingericht is door een externe partij, zoals een provincie. Wanneer er vervolgens natuurcompensatie dient plaats te vinden, kan dit snel gerealiseerd worden of is dit zelfs al gerealiseerd in de compensatiepool. De compensatieplichtige hoeft alleen nog de voorfinanciering terug te betalen aan de beheerder of eigenaar van compensatiepool. Hiermee wordt de compensatieplicht overgedragen aan de eigenaar van de compensatiepool.

Bijdrage aan klimaatmitigatie

Bij klimaatcompensatie betaalt een partij voor het vastleggen van broeikasgassen, waarmee de emissie van een project kan worden gecompenseerd. Vaak is dit ter compensatie van de CO2-voetafdruk van de koper van de klimaatcompensatie. Door dit te combineren met natuurcompensatie, kunnen de kosten verlaagd worden en de bijdrage aan klimaatmitigatie van de natuurcompensatiepool verhoogd worden. Wanneer het bos in de toekomst hoogwaardige kwaliteit hout oplevert, kan de CO2 voor een extra 25 tot 50 jaar worden vastgelegd in houtproducten.

Voor alle compensaties van ruimtelijke ingrepen geldt een weegfactor of hectaretoeslag. Een weegfactor van 1,5 betekent dat er 1,5 hectare gecompenseerd moet worden voor elke hectare die verdwijnt. Per provincie en per natuurdoeltype verschilt welke weegfactor of hectaretoeslag geldt. Ditzelfde geldt voor welk natuurdoeltype en welke kwaliteit (gelijkwaardig, hoger) gerealiseerd moet worden ter compensatie.

Kosten en baten

De grootste kostenposten zijn de waardevermindering en aanlegkosten van een compensatiepool. Een hectare natuur heeft een waarde van ongeveer €10.000, terwijl een hectare agrarisch land een waarde van ongeveer €60.000 heeft. Samen met de aanlegkosten Maat per hectare gerekend voor de aanleg van een klimaatcompensatiebos.

Baten van compensatiepools zijn dat compensatieverplichtingen sneller en beter kunnen worden uitgevoerd, vooral voor kleine compensaties. Bovendien heeft de eigenaar/beheerder van de compensatiepool meer controle over de uitvoering van de daadwerkelijke compensatie. Ten slotte kan de kwaliteit van de compensatie beter geborgd worden door de grotere schaal.

Overige effecten

Natuurcompensatie kan gecombineerd worden met biodiversiteitcompensatie (ook wel habitatbanking genoemd). Bij dit vrijwillige mechanisme wordt biodiversiteitsschade of -verlies aan een habitat gecompenseerd door elders natuurwaarde te verhogen of te creëren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in gebieden die geschrapt zijn uit de EHS maar die provincies en gemeenten wel graag (deels) gerealiseerd zouden hebben. Financiering voor biodiversiteitscompensatie kan dan gebruikt worden voor het invullen van deze weggevallen EHS-gebieden.

Aandachtspunten en risico’s

Een belangrijk aandachtspunt en risico is dat de compensatiekosten binnen een compensatiepool te hoog zijn voor gangbare financiering voor klimaatcompensatie. Voor biodiversiteitscompensatie zijn de kosten nog onduidelijk, maar blijft het een aandachtspunt.

Hiernaast blijft de kostenbesparing door schaalvergroting beperkt. Dit omdat de grondprijs het grootste deel van de kosten bepaald (en die niet veranderd met schaalgrootte).

Ten derde, het combineren van verschillende compensatiemechanismen kan uitdagend en complex worden als gevolg van het additionaliteitsprincipe. Dit houdt in dat de compensatie altijd bovenop de uitgangs- of referentiesituatie moet komen. Wanneer bijvoorbeeld natuur- én biodiversiteitscompensatie plaats wil vinden in hetzelfde gebied, wordt het lastig uit te leggen hoe de compensatievormen additioneel zijn ten opzichte van elkaar.