Bomen in kippenuitlopen
Wat houdt het in
Biologische kippenhouders hebben rondom hun bedrijf vaak meerdere hectares uitloopgebied waar de kippen scharrelen. Veel van deze kippenuitlopen bestaan uit open (kale) gebieden. De kip is van nature een bosvogel en heeft behoefte aan beschutting. De nu doorgaans kale uitlopen worden dan ook niet volledig benut door de kippen.
Beplanten van (een deel van) de uitloop draagt ertoe bij dat de kippen de beschikbare ruimte ook daadwerkelijk benutten. Kippen hebben beschutting tegen o.a. roofvogels, zon, regen en wind en durven meer over het terrein uit te waaieren. Beplanting in de uitloop geeft de van nature nieuwsgierige bosvogel meer afleiding en meer mogelijkheden om zelf voedsel te zoeken.
Er zijn verschillende teeltsystemen mogelijk in functiecombinatie met kippenuitlopen. Bij korte-omloop-houtteelt wordt de beplanting als hakhout beheerd, waarbij de bomen periodiek worden afgezet (niet helemaal worden gekapt) en weer uitlopen. De bomen zorgen voor beschutting voor de kippen en leveren producten zoals biomassa, stalstrooisel, brandhout of voedergewas. Geschikte soorten zijn wilg, els en populier.
Bij de functiecombinatie met fruit- of notenteelt wordt gekozen voor fruit- en notenboomsoorten die naast vruchten of noten ook een gangbare houtsoort leveren waar op de houtmarkt een goede vraag naar is. Bijvoorbeeld walnoot, hazelaar, kastanje of kers. De bomen leveren gedurende hun omlooptijd vruchten of noten en worden beheerd met het oog op de houtkwaliteit. Aan het eind van de omlooptijd kan hoogwaardig kwaliteitshout worden geoogst. De Nederlandse Notenvereniging heeft in 2022 een factsheet uitgebracht over rassenkeuze bij walnoot, die is hier te downloaden.
Bij de functiecombinatie van kippenuitlopen met houtteelt betreft het houtteelt in de meest brede zin. Anders dan met biomassateelt is het doel hier het telen van hout voor toepassing in houtproducten. Geschikte soorten voor dit concept zijn houtsoorten die ofwel zo hoogwaardig zijn dat met enkele stammen al genoeg opbrengst te genereren is (bijvoorbeeld robinia), ofwel snelgroeiende houtsoorten die als massaproduct te oogsten zijn (bijvoorbeeld populier). Hierbij ligt de focus op lichtboomsoorten die goed passen bij de pluimveetak. Schaduwsoorten zoals Douglas of beuk zijn niet geschikt.
Ben je van plan om te gaan aanplanten? Overweeg dan eens om je project in te dienen als voorbeeldproject bij Agroforestry Netwerk Nederland.
Bijdrage aan klimaatmitigatie
Door aanplant van bomen in agroforestry-systemen wordt er meer koolstof vastgelegd en opgeslagen in agrarisch gebied. De tabel hieronder geeft inschattingen van CO2-vastlegging van Face the Future voor verschillende teeltsystemen .
Gemiddeld genomen legt een agroforestry-systeem in een kippenuitloop naar verwachting in 50 jaar zo’n 194 ton CO2 per hectare vast (4 ton CO2 per hectare per jaar). In Nederland is ongeveer 2.700 ha aan kippenuitloop. In potentie kan met agroforestry door deze pluimveebedrijven samen naar verwachting ca. 11.000 ton CO2 per jaar vastgelegd worden).
Soort |
Aantal bomen/ ha |
tCO2/ha/jaar |
tCO2/ha* (na 50 jaar) |
Walnoot |
100 |
6 |
287 |
Populier |
100 |
7 |
351 |
Appel |
125 |
3 |
156 |
Appel |
2200 |
2 |
84 |
Wilg |
15000 |
2 |
93 |
Gemiddelde vastlegging |
4 |
194 |
Inschattingen uit een door Face the Future ontwikkeld model waarmee CO2-vastlegging in bomen kan worden berekend. Zie https://agroforestrykip.nl/teeltsystemen/co2-calculator/
*Boven- en ondergrondse levende biomassa
Bijdrage aan klimaatadaptatie
In het microklimaat dat gecreëerd wordt door korte-omloop-hout en meerjarige bomen, worden extreme weersomstandigheden beter gebufferd dan op graslanden.
Kosten en baten
Voor biomassateelt bedragen de investeringskosten ongeveer 4000 euro per ha, voor terreinvoorbereiding (ploegen, eggen), aankoop van stek- of plantmateriaal, het planten zelf, onkruidbestrijding en indien nodig inboeten. Met een omlooptijd van 3 jaar worden er elke drie jaar oogstkosten gemaakt. Voor wilg en populier liggen deze kosten rond de 750-1000 euro per ha (per oogst).
Bemesting is in het geval van een kippenuitloop minder aan de orde. Eventueel zou verder weg van de stal bemest moeten worden als hier nutriëntentekorten dreigen, maar dit kan met mest uit eigen stal worden aangevuld.
Prijzen voor biomassa fluctueren sterk. Chips met vochtgehalte van 45-55% die bij het bedrijf worden afgehaald brengen ongeveer 10-20 euro per ton op. Voor vergelijkbare chips die bij de biomassacentrale worden afgeleverd wordt aan de poort 25-35 euro per ton betaald. Luchtdroge chips (35% vochtgehalte) leveren 30-60 euro per ton op.
Bij oppervlakten van 20 ha of meer kan schaalvoordeel optreden met betrekking tot inzet van machines, mankracht en de aankoop van plantmateriaal, waarmee de kosten per hectare lager zijn.
Metingen in het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ hebben laten zien dat er een (meer dan) goede biomassaproductie in kippenuitlopen haalbaar is. Het is daarbij raadzaam om de wilgen in grotere aaneengesloten stroken (van elk 0,25-0,5 ha groot) te planten, zodat een oogstmachine efficiënt kan oogsten.
Bovendien kunnen biomassaplantages in uitlopen bijdragen aan de landschappelijke inpassing. Zo kreeg pluimveehouder Wim Thomassen uit Overberg in 2015 de prijs voor de Mooiste Kippenuitloop uitgereikt. De vakjury roemde het hoge aantal kippen dat op zijn bedrijf buiten wordt gezien tussen de wilgenplantages en de slimme dubbele benutting van de uitloop.
Overige effecten
De beplanting biedt beschutting aan de kippen tegen roofvogels en risicovogels. Vogeltellingen van het Louis Bolk Instituut hebben aangetoond dat beplante uitlopen minder aantrekkelijk zijn voor watervogels die vogelgriep kunnen overbrengen op kippen. Ook tegen weersomstandigheden biedt de beplanting betere beschutting.
Daarnaast zorgt de beplanting voor afleiding voor de kippen en biedt het meer mogelijkheden zelf voedsel te zoeken. In geval van beplanting met fruitbomen verrijkt het fruit dat op de grond valt het dieet van de kippen. Ook zouden de kippen als plaagbestrijder voor de bomen kunnen fungeren doordat zij ongewenste insecten in hun dieet opnemen.
Het betere uitloopgebruik zorgt bovendien voor een betere mestverspreiding in de uitloop.
Beplanting in agrarisch gebied draagt als landschapselement in het vaak open landschap bij aan de diversiteit van het landschap. Ook draagt beplanting bij aan een verhoging van de biodiversiteit ten opzichte van uitlopen die alleen uit grasland bestaan. Uitlopen waarin bomen en struiken staan zijn aantrekkelijker voor veel soorten vogels, insecten en zoogdieren. Bloeiende bomen en struiken dienen als belangrijke voedselbron voor hommels en bijen, en voor reeën en zangvogels kan de beplanting bijvoorbeeld belangrijke schuilmogelijkheden bieden.
Aandachtspunten en risico’s
Aandachtspunt is dat bij korte omloophout in het eerste jaar onkruidbestrijding een grote inspanning vergt. In latere jaren zal dit (waarschijnlijk) afnemen.
Na aanplant mogen de kippen niet direct de uitloop in, omdat de jonge aanplant nog kwetsbaar is. Eventueel zou dit samen gepland kunnen worden met de opzet van nieuwe kippen.
Agroforestry in kippenuitlopen vereist extra kennis van pluimveehouders over het in te passen teeltsysteem, zeker wanneer hiervan extra inkomsten verwacht worden. Deze kennis kan ook verkregen worden door samenwerking met bijvoorbeeld een fruit- of notenteler die de grond in de uitloop huurt en de teelt van de bomen voor zijn/haar rekening neemt.
Er zijn al een aantal pilotprojecten met korte-omloop-hout en fruitbomen. Beheersystemen hiervoor, zeker ook voor de combinatie van kippenuitloop en telen van kwaliteitshout, dienen verder ontwikkeld te worden.