Benutten van maaisel
Wat houdt het in
Jaarlijks levert het onderhoud aan bermen, grasvelden en natuurterreinen tonnen aan maaisel op. Het afvoeren van het maaisel is een grote kostenpost voor terreinbeheerders en overheid. Momenteel wordt het maaisel vaak achtergelaten in de berm of op het gazon. Dit heeft echter tot gevolg dat CO2 en CH4 sneller vrijkomen. Daarnaast leidt het bij bermen tot een snellere ophoging, waardoor er na een aantal jaar grond naast de weg moet worden afgefreesd, een zeer dure maatregel. Bij natuurterreinen is laten liggen over het algemeen geen optie.
Het gebruiken van dit maaisel, zo mogelijk voor hoogwaardige toepassingen, heeft een positief effect op de koolstofvastlegging en/of het vermijden van de uitstoot van broeikasgassen, kan een rol spelen in duurzame energieproductie en kan een deel van de kosten van het onderhoud compenseren.
De laatste jaren zijn nieuwe toepassingen voor het maaisel ontwikkeld, bijvoorbeeld voor de productie van papier met grasvezels, ruwvoer en biogas. Daarnaast wordt onderzocht hoe de grasvezels veen zouden kunnen vervangen in potgrond.
Bijdrage aan klimaatmitigatie
Grassen in bermen en natuurterreinen leggen koolstof vast, maar dit gaat snel verloren wanneer er wordt gemaaid zonder het maaisel af te voeren. Het maaisel blijft liggen en vergaat, waarbij de in de vegetatie opgenomen koolstof weer vrijkomt als CO2 en CH4 en nutriënten uitspoelen naar de bodem. Door het maaisel af te voeren en toe te passen, wordt het maaisel een grondstof in plaats van afval.
De traditionele toepassing van maaisel is verwerken als veevoer of in de compostering. Daarnaast kan het maaisel direct worden ondergewerkt op agrarische grond als bodemverbeteraar. De laatste jaren zijn er ook nieuwe toepassingen ontstaan, zoals vergisting en gebruik van de biomassa in producten, bijvoorbeeld als bouw- of isolatiemateriaal.
Bij het onderwerken van het maaisel op landbouwgrond verdwijnt de meeste CO2 vrij snel weer in de lucht, slechts een klein deel blijft voor langere tijd opgeslagen in de bodem. Door de korte transportafstand is de uitstoot uit fossiele brandstoffen beperkt. Bij composteren is de transportafstand groter en vinden meer bewerkingen plaats, waardoor de uitstoot van fossiele brandstoffen groter is. Naar verwachting leidt dit niet tot extra koolstof vastlegging in de bodem ten opzichte van direct onderwerken.
Bij vergisting wordt biogas geproduceerd dat aardgas kan vervangen. De CO2 uit het maaisel komt daarmee snel weer terug in de atmosfeer, maar er wordt vermeden dat er extra CO2 vrijkomt door het gebruik van fossiele brandstoffen. Alleen als er langlevende producten worden gemaakt van de biomassa, kan de CO2 voor langere tijd opgeslagen blijven. BioBlocks (https://www.bioblocks.nl/) worden gemaakt van biomassa die vrijkomt bij het beheer van moerassen en petgaten, en hebben een gegarandeerde levensduur van zo’n 10 jaar.
Bijdrage aan klimaatadaptatie
Door het afvoeren van het maaisel verschraalt de bodem. Hierdoor krijgen meer plantensoorten kans om te groeien, wat een positief effect heeft op biodiversiteit. Meer biodiverse bermen en graslanden helpen de natuur, en een netwerk van ecologisch beheerde bermen en graslanden kan planten en insecten helpen door het verbinden van leefgebieden en trek naar geschiktere klimaten mogelijk te maken, zodat de natuur klimaatadaptiever wordt. Daarnaast is een biodiverse berm of biodivers grasland minder kwetsbaar bij weersextremen. Ook blijkt uit onderzoek naar dijkvegetaties dat kruidenrijk grasland beter bestand is tegen golfslag en stroming dan voedselrijk grasland.
Kosten en baten
Wanneer het gras wordt gemaaid en afgevoerd kost dit ongeveer €0,10 per m2 per jaar (bij 1x maaien per jaar) of €0,20 per m2 per jaar (bij 2x maaien per jaar). Deze kosten zijn inclusief de kosten voor het aanbieden van het maaisel bij een composteerder. Sommige verwerkers zoals vergisters nemen het maaisel soms gratis aan, wat een kostenreductie kan betekenen.
Wanneer één van de pilots met gras rendabel blijkt, kan er op termijn ook betaald worden door de afnemer van het gras. Daarmee zou er op termijn een deel van de gemaakte beheerskosten terugverdiend kunnen worden.
Overige effecten
Bermen waar het maaisel blijft liggen kennen een weinig soortdiverse, door grassen overheerste vegetatie in een zeer voedselrijk milieu. Door het afvoeren van maaisel, en daarmee nutriënten, wordt de bodem verschraald. Ook op de voedselrijke klei- of veenbermen worden door maaien en afvoeren kruiden bevoordeeld ten opzichte van grassen. Daardoor zal de vegetatie in de berm biodiverser worden en wordt ook een beter leefgebied voor bijen en insecten geschapen.
Ook zijn bloemrijke graslanden gedurende de bloeitijd een genot voor het oog en verhogen ze de recreatieve waarde. Tenslotte zijn kruidige bermen iets effectiever tegen hittestress dan gazons. Dit zorgt voor een minder onaangenaam klimaat tijdens hittegolven en is met name belangrijk in de stad.
Aandachtspunten en risico’s
Door de verschraling van de bodem neemt de productie af, in vergelijking met het laten liggen van maaisel. Bij het afsluiten van een meerjarig contract voor het leveren van maaisel uit bermen en gazons moet daarom rekening worden gehouden met deze verminderde productie. Deze afname kan bij zandbodems in een kort aantal jaren al groot zijn. Op voedselrijke bodems is dit een proces van decennia. Overigens kennen bermen en grasvelden van jaar tot jaar grotere wisselingen in de productie, omdat de beheerders niet ingrijpen, zoals boeren, als de omstandigheden slechter worden voor de groei van gras (bijv. door droogte).