Behoud van autochtone bomen en struiken
Wat houdt het in
Genetische diversiteit is van groot belang voor vitale bossen. Autochtone populaties, dat zijn de “oorspronkelijke” Nederlandse bomen en struiken, zijn genenbronnen die nu en in de toekomst van belang kunnen zijn. Deze autochtone populaties zijn echter zeldzaam geworden en vaak beperkt tot oude boskernen en oude landschapselementen. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) werkt daarom aan het behoud van genetische diversiteit van de belangrijkste populaties autochtone bomen en struiken in Nederland. Hiervoor hebben ze een brochure gemaakt waarin je leest over het waarom en hoe van het beschermen van autochtone bomen en struiken.
Bijdrage aan klimaatmitigatie
Om CO2 op te slaan, is het van belang dat onze bossen zo goed mogelijk functioneren. Genetische diversiteit draagt bij aan gezonde, veerkrachtige bossen, die in staat blijven om CO2 op te slaan en bij te dragen aan klimaatmitigatie. Indirect kan het beschermen van de overgebleven bronnen van genetische diversiteit in Nederland dus meehelpen aan het tegengaan van klimaatverandering.
Bijdrage aan klimaatadaptatie
Autochtone populaties zijn onze bronnen van genetische diversiteit die nodig zijn voor soorten om zich aan te passen aan klimaatverandering. Door deze genetische variatie te behouden, zorgen we dat we een grotere kans hebben om over de bomen te beschikken die sterk genoeg zijn om de uitdagingen van klimaatverandering te weerstaan. Dit is belangrijk in Nederland, maar ook voor andere landen kan het van belang zijn dat wij onze lokale genenbronnen bewaren, zodat deze bij veranderend klimaat eventueel in noordelijkere landen ingezet kunnen worden.
Populatie van autochtone sleedoorn (Prunus spinosa)
Overige effecten
Naast het behouden van genetische diversiteit, kan de bescherming van autochtone bomen en struiken nog andere voordelen hebben. Zo hebben veel van deze gebieden ook een cultuurhistorische waarde en zijn het vaak oude landschapselementen en bosgebieden die belangrijk zijn voor de biodiversiteit.
Aandachtspunten en risico’s
Voor een deel van Nederland is reeds in kaart gebracht waar zich waarschijnlijk autochtone bomen en struiken bevinden. Het blijft echter een moeilijke opgave om te bepalen of een boom of struik autochtoon is, hiervoor blijven inventarisaties door experts nodig.
Wanneer je weet dat er belangrijke populaties van één of meer boomsoorten voorkomen in je beheereenheid, kun je dit meenemen in het beheer. Het is al een goede eerste stap om dit expliciet te benoemen in het beheerplan, zodat hier op de lange termijn aandacht voor is. Beheer richt zich er vervolgens op om de populaties in stand te houden of te vergroten door natuurlijke verjonging.